woensdag 3 september 2025

Een weekend op on-Nederlands grondgebied




Dag 1

Ik kan mij niet herinneren met mijn ouders en zussen in Zuid-Limburg op vakantie te zijn geweest. Wel met mijn schoolvrienden Rens en Lodewijk, waarbij een klein ongelukje op de Vaalserberg mijn vriend bijna fataal werd. Maar dat lag ver achter mij, en ditmaal gingen we naar een ander stukje Zuid-Limburg. 

Onze geboekte vakantiewoning was een voormalige varkensschuur geweest. Het lag in een doodlopende straat schuin tegenover een leegstaand café. De twee andere vakantiewoningen maakten ook onderdeel uit van de vroegere varkensschuur, eveneens een rode voordeur met klopper.

De treinreis vanuit Gelderland was goed verlopen met een extra overstap op station Nijmegen. Mijn ene zus stond ons al op te wachten op de grote grindparkeerplaats in het plaatsje Slenaken. Het idee dat het in Zuid-Nederland altijd het warmst is zou ik nu echt willen ervaren. Plaatselijk zijn er vaak toch verschillen als je in de heuvels verblijft. 










De ontvangen sleutel paste precies in het slot zodat ook de eigenaar naar binnenliep. De vrolijke man met forse handen legde wat details uit over het huisje. Op twee verdiepingen waren slaapkamers, met een badkamer en aparte toilet. Mijn zussen hadden een eigen slaapkamer evenals ik. Alleen mijn ouders sliepen op de eerste verdieping. De comfortabele woonkamer en zitkamer waren ruim voor 5 personen. Ook de achtertuin liep nog verder door naar achteren, voorbij de eigenlijke afscheiding. Behoorlijk wat grasveld met een picknicktafel verderop. 

Het was al na drie uur geweest, we zaten aan de tuintafel aan een drankje te bespreken wat ze zouden bezoeken of naar toe wandelen. We wilden naar Maastricht gaan, wat geschikt was als er overmorgen wat meer regen was voorspeld. Als afsluiting van deze eerste avond in Slenaken liepen we een korte rondwandeling door het dorp.

Dag 2

Het tweepersoonsbed was lekker geslapen geweest, hoewel het te groot was voor één persoon. 

Op de planning stond een 6 kilometer wandeling naar Gulpen, ik had de afstand gisteravond gezien op een houten wegwijzer. Eenmaal de straat overgestoken liep het wandelpaadje over het Limburgs Streekpad. De geelrode markering liep verder rechtsaf met een bocht omhoog. Toch wist mijn zus met een kijk op het papieren plattegrondje, dat linksaf langs het riviertje de juiste route was, en niet de markering volgend. 

Het betreden van privéterrein tussen twee boerderijen, was voor mij niet nieuw. De Klompenpaden in Gelderland waren hier ook voor gekozen, alleen stond het daar aangegeven met speciale borden. Een tijdje later zagen we her Gulp-riviertje dat we besloten aan de linkerhand te volgen. Een kudde bruine schapen zagen we rechtsaf omhoog lopen in flink tempo. Het witte busje zagen we nog net achter de schaapskudde de stoet afsluiten, toen we besloten te lunchen aan de picknicktafel. 

 











Het houten wegwijzerbord met 1,7 kilometer naar Gulpen, bracht in mijn gedachte terug naar het eerdere bord in Slenaken. Blijkbaar waren we toch weer op de juiste route, want ik had eerder geen ander houten bord meer gezien. De rechte weg nam een aantal bochten, maar bleef netjes rechtdoor lopen. De binnenkomst in Gulpen was bij een subtropisch zwembad waarna een Pannenkoekenrestaurant volgde. De behoefte om eerst wat te drinken deed ons naar een café begeven op de Markt van dit plaatsje. Ik wist zeker dat dit weleens het middelpunt zou kunnen zijn en niet de kerk, die we 500 meter eerder waren langsgelopen.             

Mijn moeder had haar wens aangegeven om het kleine kasteel/landhuis in Wijlre te willen bezoeken. Zij wilde de de aantal kilometers liever met de lijnbus afleggen en niet met de wandeling. Mijn moeder achterlatend bij de bushalte gingen we de rustige straat steil omhoog om vervolgens rechtsaf door heuvelachtig weiland te stappen. Een half uur laten kwamen we het plaatsje Wijlre binnen vanuit het bos. 

De aanloop naar het kleine kasteel was langs de lange haag dat de grens vormde tussen kasteeltuin en straat. Ondanks dat het meer op een landhuis leek, was de inrichting op de begane grond best elegant. Aan de linkerzijde een ruime eetkamer met gordijnen die je normaal niet zou kopen. Ontworpen door kunstenaar Peter Struyken paste het met zijn roodgroene kleuren goed bij het interieur. De ruime zitkamer aan de andere zijde was juist eentonig met lange zitbanken en bijpassende planken met boeken en tijdschriften erop. 

Onze keuze om de lijnbus terug te nemen naar Slenaken was een wens van mijn zus. Alleen voor de boodschappen was het handiger als Vera met haar auto straks naar een andere plaats reed. 

Nadat we hadden gegeten kwam het gesprek al snel op musea in Maastricht. Een leuk idee om in een stad te bezoeken, al werden we het niet eens of het Bonnefantenmuseum interessanter was dan het Museum Maastricht. Ik koos voor het laatste, waar uiteindelijk iedereen het mee eens was. Ook kwam mijn zus met een stadsrondleiding dat in de middag kon worden geboekt. Het kon zo digitaal geboekt worden.

Dag 3

Ik durfde nu wel alleen de draaiende trap af met mijn wandelschoenen met losse veters. Beneden was het ontbijt door mijn moeder klaargezet, dus kon ik aanschuiven. Omdat we besloten toch een uur te wachten op de bus naar Maastricht, was omdat Agnes zich een beetje ziek voelde. Een spelletje Mens Erger je Niet bood een goed tijdverdrijf, hoewel Vera liever wat tv keek. 

Dat we niet bij het treinstation waren uitgestapt, maar bij de bushalte had een reden. Mijn moeder wilde perse langs de Maas lopen om bij het grootse plein nabij het Museum Maastricht uit te komen. 

Ik was benieuwd naar de historie van deze stad. Het museum zelf lang op de eerste verdieping van het glazen gebouw. Later kon je achteraan met wat trappen op straatniveau komen. Ik had het geluk als eerste naar de achterste ruimtes te lopen, waardoor ik een wens kon invullen waar ik ook 7 jaar zou staan in het leven. Het kaartje kon in de bijpassende envelop en vervolgens op de houten spijker. 




De rondwandeling begon bij het Dinghuis in Maastricht-Centrum. De gids was een keurig geklede man, een vrij dun postuur. Met zijn prettige stem vertelde hij over de geschiedenis van de vele beelden en historische panden. Vlak bij het bekende Vrijthof nam hij afscheid, door alleen terug te lopen naar het Dinghuis. Als gezin besloten we een café te kiezen op dit bekende plein ondanks dat de steigers letterlijk het hele plein afsloot. 

Terug in het vakantiehuisje had ik niet het idee dat Agnes het vervelend vond niet in Maastricht te zijn geweest. Zij hield misschien een ander vakantieritme aan, daar wilde ik niet over oordelen. Dus tijdens het avondeten was dat punt niet belangrijk meer.

Dag 4

In Nederland is het op zondag een rustdag, met voor sommigen een kerkbezoek. De kerkklokken van het Slenaakse kerkje had ik afgelopen nacht tweemaal gehoord. Ondanks dat mijn moeder vroeger altijd een trouwe kerkbezoeker was, was mijn vader dat totaal niet. Of hier ook kerkgangers het kerkje inliepen wist ik niet. 

We spraken er niet over bij het ontbijt. We waren later opgestaan voor deze laatste dag in Slenaken. Mijn vader en Vera wilde wel een ochtendwandeling maken via de route op het plattegrondje van het papier. We wilden niet de hele rode lijn volgen, bij een camping zouden we teruglopen via een ander wandelpad. 

Het ochtendlicht schitterde prachtig bij in de heuvelachtige weilanden. Het bord met Schepijs te koop konden we niet negeren. Het was ijs rechtstreeks van het boerenland, wat heel anders smaakte dan IJsclusief bij mij in Rheden. Tevreden likte ik de twee bolletjes af. Een kwartier later kwamen we op het wandelpaadje de eigenaar van de vakantiewoning tegen met zijn hond. 


Zijn blauwe Mercedes had ik al twee dagen gezien bij het elektrisch opladen naast zijn eigen woning. Het rechtervoorlicht had hij standaard op dimlicht aangezet, de reden wist ik niet. 

Agnes en mijn moeder waren ondertussen in de vakantiewoning gebleven. Ze hadden ook willen wandelen, maar de enige sleutel had mijn vader meegenomen in zijn broekzak. Maar ondanks dit voorval, wilden we er niet te lang over praten. In de middagzon aten we boterhammen en gaven we Agnes cadeautjes, omdat ze over een week jarig zou worden. 

Om 15.00 uur vonden we het tijd om naar het Belgische plaatsje Teuven te wandelen. Gisteren had mijn moeder het restaurant opgebeld om een vrij tafeltje te reserveren. Op het plattegrondje had ik al gezien dat de rondwandeling in totaal 10 km voltooid zou zijn. Op de helft lag Teuven, wat betekende dat ongeveer 5 kilometer tot het restaurant prima was voor mijn moeder. Ze zou het wel halen, ze was zondagochtend goed uitgerust. 

De wandelroute liep eerst over een wandelpad, rechtdoor over een asfaltweg en bij een kruising rechtsaf naar de landsgrens. Het tweede bezoek aan een ijsverkooppunt had mijn zus al verteld, alleen dat het in België was, was voor mij nieuw.


De grensweg recht was druk met langsrijdend verkeer. Ik zette de opvallende steen met de Nederlands-Belgische vlaggetjes op de foto. Met regelmatig auto’s en tractoren voorbijkomend was het moeilijk stil te blijven staan. Hopelijk ging de wandelroute ook nog over rustige weggetjes. 

Het Belgische plaatsje lag op een opvallende heuvel, dat vanuit het nabij liggende bos goed te zien was. Het wegwijsbord met Moeder de Gans erop stond al ruim van tevoren aangegeven. Via een aantal bochten en over een laaggelegen riviertje, kwamen we aan in Teuven. De straat rechtdoor naar de kerk was minstens 7% omhoog, dat redde ik makkelijk met mijn wandelschoenen. Het restaurant lag bij de kruising recht voor ons. 

Om een vegetarische maaltijd te kiezen, was omdat ik afgelopen dagen vlees had gegeten tijdens het avondmaal. Nog voor de zon onderging waren we lopend weer terug gegaan naar Slenaken. De landsgrens werd aangegeven met een opvallend witte koningspaal. Even dacht ik een ander plaatsje te zien vanaf de heuvel, op de laatste witte wegwijzer had ik Plank gelezen. Maar ik had het mis, de laatste 5 kilometer was bijna voltooid.

Morgen zouden we dit gebied verlaten en teruggaan naar de provincie Gelderland.     

donderdag 31 juli 2025

Warm genieten in de Golf van Napels

VAN 14 TOT 21 JULI 2025

uitzicht castalammare














 

1.

Ik wist wel naar welk land we vlogen, alleen de plaats waar ons hotel was gelegen was ik vergeten. Ik was nog nooit eerder in Italië geweest, maar dit jaar wilde ik toch écht het gebied beneden Napels ontdekken. Het Transavia-vliegtuig stond rond het middaguur al warm te draaien, hoewel de gate nog niet was geopend voor reizigers. Voor het reizen in een vliegtuig, ongeacht de buitentemperatuur heb ik liever een lange broek aan, zo ook deze maandag. Nu was het in Nederland nog net over de 20 graden, straks zou de temperatuur 10 graden warmer zijn. 

Met onze reizigersgroep van 12 mensen vlogen we in ongeveer 2 uur op Napels, de stad ten zuiden van Rome. Ik had mijzelf al netjes voorgesteld in de hal waar het winkelcentrum van Schiphol is gelegen. Op dit moment, net voor het binnengaan van het vliegtuig, was ik wel een beetje zenuwachtig of we wel veilig in Napels zouden landen. Toch wilde ik deze Italiëreis ervaren, want we zaten vlakbij het zeewater, dat altijd wat koelte bied bij hoge temperaturen. 

Ons hooggelegen hotel lag op een van de heuvels van Castallamara di Stabi, de badplaats ten zuiden van Napels. We werden opgehaald van het vliegveld door een man met kale kop en dikke handen die het gewend waren te sturen en de pook te verschuiven. Hij sprak slecht Engels, toch wist hij ons duidelijk te maken dat hij ons ging vervoeren naar ons hotel voor een week. Het busje was net genoeg voor 12 mensen, toch een meevaller. 

Ze was slechts 22 jaar en toch een goede reisleidster, anders was ze niet meegevlogen. Met reizigers van 38 tot 48 jaar best wat jonger, toch heel leuk dat zo’n vrouw ervaring op kon doen. Dat nam ik aan, want het is toch wel een verantwoordelijkheid om alles in goede banen te leiden. 

De man zette ons bij de zwartgrijze klinkers die de oprit naar het hotel aangaven. Als reizigers met koffers hoefde je gelukkig niet moeilijk omhoog te lopen. Een tunnetje met daarbinnen twee liften boden uitkomst. Slechts 100 meter tot de ingang bleef over wanneer je was uitgestapt uit de lift. De kamerafhandeling ging vlot, anders dan wat er was gezegd eerst je paspoorten af te geven, wat zo langer wachten betekende. Mijn kamernummer was 230 op de 3de verdieping, het stond duidelijk op het steentje waaraan de kamersleutel hing. Bij binnenkomst keek ik uit over een kustlijn met een stukje van de badplaats en verder groene palmbomen tussen de huizen. Slechts de hoge bergtoppen in het midden waren niet te missen als je van het uitzicht genoot. Eerst maar eens even uitpakken en straks van het diner genieten, na zo’n eerste reisdag. 

2.

Om iedere reisdag een andere badplaats of stad te bezoeken deed ik maar een keer per jaar. Al online was er een aantal excursies geboekt, wat betekende dat we al wat vermaak hadden in zo’n Italiaans plaatsje. Voor het vervoer vanaf ons hotel was de trein, die stopte in Cammallaria di Stabia, een juist vervoermiddel. Bovendien vertrok er vanuit het haventje een veerdienst als afwisseling om over de zee te varen. Maar het wandelen naar het treinstation was nog wel het belangrijkste, wat iedereen goed kon. Ook het restaurantbezoek in een van de restaurants zou voor eigen rekening zijn. 

Op dinsdag stapten we rond 09.00 uur het treinstation van onze standplaats binnen. Het was nog niet echt druk op het achterste perron, dat betekende dat hier de spitsdrukte al voorbij was. In 20 minuten reden we naar Sorronto, een badplaats waar we gingen rondwandelen en zoveel mogelijk foto’s maken in de hete zon. Er stonden veel raampjes open, want al rijdend werd het in de trein heel koel, als we in de tunnel reden. 

Ik had mij niet ingeschreven voor de Foodtour, dus liep ik met ander groepje door het gezellige centrum, met verrassende en heuvelachtige straatjes. Om bij een van de Marina’s (stranden) te komen daalden we een bochtig straatje af naar beneden. Een klein strandje gaf de gelegenheid het zeewater in te lopen, toch vond ik dat nu te vroeg. Ik had mijn zwembroek ook in het hotel laten liggen, dus dronk ik mijn bestelde koffie maar op. Om niet steil omhoog terug te lopen, besloot een reiziger het lijnbusje te kiezen van waar ik voor 2,00 Euro contant mee terug kon rijden naar het station. Het was nog lang geen tijd om de trein terug te nemen, dus kozen we te lunchen bij een soort van bakkerij, die warme Nutella-broodjes uit de oven verkocht. Gezien de jonge broodjesbakkers zouden ze deze broodjesverkoop nog lang volhouden. Een uur later zaten we weer te wachten tot onze trein terug eindelijk vertrok.


uitzicht hotel
uitzicht Positon

          3.

We zouden deze week slechts naar een eiland varen met gekochte tickets bij het havenkantoor. Het eiland Capri lag op een bootoverstap na van het vaste land. Op de tweede boot ontmoette we onze Engelssprekende gids die al vertelde waar we naar toe liepen op de kade. Bij het binnengaan van een tunneltje dacht ik even aan het vervoer van een kabelbaan, iets waar ik echt niet in wilde. Gelukkig bleek een treintje de toeristen omhoog te vervoeren, uiteraard met een geldig vervoerbewijs. 
Kilometers hoger begon de gids te vertellen met uitzicht op alle woningen en het helderblauwe zeewater. Al dwalend door de smalle straatjes kwamen we nog langs een pizzeria die hij ons aanraadde voor onze lunch. Toen de man was uitgesproken wilde we eigenlijk weer naar beneden. Ik voelde me zo hoog alsof ik in een iets te warme sauna had geboekt. Gelukkig verlangde andere ook naar een lunch met een frisdrankje, dus redden we even later met gepaste snelheid in het treintje naar de kade terug. Er waren tickets gekocht door de reisleidster voor een boottocht om dit eiland heen. Slechts een uur had je nodig om met volle kracht en uitleg van de kapitein een indruk op te vangen van Capri. Het is misschien groter dan Texel, ik ben er zelf nog nooit omheen gevaren. Maar met de warme zon en azuurblauwe zee was dit toch een ander vakantiegevoel. De geannuleerde veerboot betekende een kwartier wachten op een nog grote veerboot, de laatste die voor vandaag van Capri voer. Er konden zelfs auto’s en vrachtwagens in. Hierdoor hoefden we alleen deze veerboot te nemen om in Castallamara di Stabi aan te leggen.

4.

Ik heb meerdere bergen beklommen, zelf een week lang op hoog niveau een wandelvakantie ondernomen, maar de Vesevius berg, aan de voet van de stad Napels nog niet. Ik zou het niet alleen omhoog wandelen, eerst nog een half uur in een busje met slalom bochten steeds andere uitzichten over de miljoenenstad. Een uur omhoog wandelen met een rugzakje en mooie uitzichten klinkt uitdagend. We hadden eerder online geboekt en dus mochten we met het papieren ticket van Els op het wandelterrein. We moesten weer terug zijn om 12.40 uur op de parkeerplaats voor het vertrek terug met het taxibusje. Gezien ze hier niet zo stipt op tijden letten zouden 5 minuten later ook wel gekund hebben. 

We begonnen ijverig aan de klim, waarbij er in het begin veel grindkorrels omlaag vielen. Dat er ook verkoopstandjes met beeldjes van lavagesteente op ons pad waren, werd snel duidelijk. Ik wilde mijn souvenir liever later in de week kopen, dus liet ik mij alleen wat aanpraten over de beeldjes van dieren. Dezelfde wandelpad terug was niet moeilijk, en een stuk sneller. Voor de tweede keer en nu aan de linkerkant lag Napels in prachtige zonnestralen in de diepte liggen. Met volle trots stapte ik mooi op tijd het taxibusje rond 12.40 uur in. Teruggekomen in Castallamara met de trein ging ik het zwemwater in bij het zwembad bij het hotel. De schaduwen van de grote schuiltenten was goed om niet meteen fel beschenen te worden. Ik kon rustig het zwembad in zonder badmuts, wat volgens de reispapieren oogluikend werd toegestaan.

uitzicht hotel
            rots met beeld


       5.


Om twee badplaatsen op een dag te bezoeken was in de Golf van Napels mogelijk. De eerste veerboot had een open dek en was in de ochtend prettig om te vertrekken. In de haven van Sorronto stapte we over voor veerboot 2 naar Positano bracht, ongeveer een half uur verder. De badplaats had uitdagende klimmetjes van trapjes tussen de huisjes, dicht aanelkaar gebouwd. De uitzichten waren adembenemend mooi. Na 13.00 uur ging de veerboot naar Amalfi, een half uur varen. Ik vond het een mindere badplaats, hoewel het trappenbordes wel indrukwekkend eruit zag. Ook hier besloot ik het zeewater niet in te gaan, hoewel ik best op de spulletjes van de zwemmers wilde letten. 
Voor het avondeten moesten we echt eerst terug naar Castallamare om naar een visrestaurant te stappen. Het lag slechts vijf minuten lopen vanaf het haventje en gaf een mooi uitzicht op zeeinham. De pasta met mosselen werd geserveerd met veel water erin, het leek wel pastasoep. De andere die zich hadden opgefrist in het hotel, kozen uiteindelijk toch een ander restaurant.

6.

Wie weleens in de oude stad Pompeij is geweest, weet dat archeologische terrein te groot is voor een aantal uur. Dat wist onze gids ook die ons opwachtte bij het treinstation. Schuin tegenover lag de ingang al van het openlucht terrein. Hij was al over de 60 jaar en maakte veel grapjes tijdens zijn uitleg. We zouden tot half twaalf aan de westkant blijven, veel oude huisjes en kleine straatjes waren meer dan het bekijken waard. Mijn volle waterflesje had ik meerdere malen nodig, zelfs de ochtendwarmte was ondraaglijk. Soms wist ik niet te kiezen tussen foto’s maken of het waterflesje vasthouden. Ik was blij dat we om half twaalf terug waren bij de ingang, waar we schuin tegenover op het terrasje wat drinken bestelde. Over een half uur vertrok de trein vanaf het achterliggende perron.
De tweede keer in het hotelzwembad voelde hetzelfde, alleen koos ik dit keer voor een strandstoel tegenover de bar met drankjes, aan de andere kant van het zwembad.

            

uitzicht hoteldak

       7.

Als laatste vakantieplaats om te bezoeken was de stad Napels aan de beurt. Minder groot als Rome, toch ook leuk om al wandelend te verkennen. Met Els, Marcel en 
Roderick was ik op het hoofdstation van Napels uitgestapt. We waren voor mijn gevoel eerder aangekomen, doordat de trein vele stations was voorbijgereden. We dwaalden door de straten, waarbij we niet naar de havens liepen, daarvoor stond niks aangegeven. Straks hadden we voor 20,00 Euro tickets gekocht voor het grote archeologische museum. Maar eerst de straatjes verkennen, zelfde de kleine steegjes waren ingedeeld met schattige winkeltje en de voetbalheld van Italië, Maradonna. Het museum deed ik zonder audiotour, iets wat ik prettiger vond. Ook in de kelder waren prachtige voorwerpen te zien, zelf een mummie ontbrak niet. Helaas ontdekte ik pas met Roderick waar zich de trap naar beneden bevond. Na een aantal uren zat ik op het bankje in de tuin met palmbomen, te wachten tot Els en Marcel klaar waren met hun audiotour. Ondanks de vliegtuiggeluiden was het prettig zitten, gezien er geen drukte was. 
Later, na het eten in het pizzarestaurant, konden we de ondergrondse ingang naar de treinperrons maar niet vinden. Na flink doorzoeken bereikte we uiteindelijk ons doel en daarmee waren weer op weg naar ons hotel. 

         8.

Het gevoel om tot 11.00 uur te wachten stond mij niet aan. Toch was dat de laatste opdracht van de jonge reisleidster. Pas een uur later werden alle koffers en handtassen in hetzelfde taxibusje geladen als een week eerder. Toen we alle zaten reden we terug naar het luchthaven, dat met een kleine file op tijd gehaald werd. Onze vlucht vertrok om 14.50 uur, dus we hadden nog tijd om te lunchen en bij de incheckrij te wachten. Het luchthavengebouw oogde wat kleiner dan Schiphol, toch was na het inchecken en na de spullencontrole genoeg ruimte voor winkels met 2 kilometer later de gang naar de gates.

Waar Whatsapp-berichtjes al niet zo voor zijn, dus na het aanmelden voor de Wifi vernam ik dat het vliegtuig pas om 16.55 uur vertrok en we dus langer vastzaten. Een keer water tappen in het flesje, lezen en kletsen lukt prima. Met een voldaan gevoel betrad ik later het Transavia-vliegtuig naar Schiphol. Toen ik later die avond thuis kwam was het nat en druilerig geworden.

zaterdag 12 oktober 2024

9-daagse busreis door Griekenland

Om naar Griekenland te gaan voor een vakantie nam ik meer mee dan alleen zomerkleding en zonnebrandcrème. Het pastte allemaal mooi in mijn nieuwe lichtgroene reiskoffer. Ik had deze Griekenland-reis niet geboekt om voor twee dagen weg te zijn. Het bezoek aan hoofdstad Athene wilde ik echt niet missen, bovendien dat ik het bijkomende schiereiland Peloponnesos toch ook wilde zien. Mijn twee vrienden Chris en Rens vergezelden mij ook, Chris had voor ons alle drie geboekt. Pas op de Atheense luchthaven zouden we de andere reizigers van de groep ontmoeten. Al zou een toevallig gesprek in het vliegtuig van Transavia ook al mogelijk zijn.

Maar eerst zou ik mijn vrienden ontmoeten op het treinstation van luchthaven Schiphol. Het groette elkaar op het perron, waar we een kwartier te laat aan waren gekomen met de Intercity-trein. De koffer van Chris was meer een oud-type, een degelijke draaghendel en robuust van vorm. Rens en ik hadden een moderne en gemakkelijke rolkoffer. 
Voordat we het vliegtuig betraden hadden we genoeg tijd om op het uitkijkplatform te staan bij de vliegtuighangar van KLM. Twee jonge studentes vielen ons lastig met onnozele vragen, die eigenlijk pas na onze cultuurreis bedoeld waren. 
Bij het binnenstappen van het Transavia-vliegtuig waren de lichtgroene stoelen en Exitbordjes op het plafond heel opvallend. Een nieuwe look in deze Airbus. Mijn wens om bij het gangpad te zitten en niet bij het raam werd ingewilligd door een behulpzame steward. 

De avondzon was gevallen toen we landden op de Atheense luchthaven. Het avondeten overgeslagen, moesten we eerst de koffers ophalen, ongeveer tien minuten lopen en rollen over de loopbanden. Gezien de wachttijd voor het reisgezelschap en het vertrek bij reisleidster Iris, reden we om half tien de snelweg op. Ik was ondertussen gaan zitten naast Delfien, een Belgische vrouw die graag over zichzelf vertelde.

De reisleidster was geboren in Nederland en woonde met haar moeder al een aantal jaren in Griekenland. Ze was in de voetsporen van haar moeder getreden, en leidde grote groepen door dit vakantieland. Voor nuttige informatie en bij kleine problemen konden we haar aanspreken. Dat eerste was ze al mee begonnen. 
De weg naar ons hotel duurde wel even en zou alleen komende nacht ons logeeradres zijn. 

Als een ervaren gids sprak Iris ons op een prettige toon toe wat ons komende week te wachten stond. Ik ben altijd benieuwd naar nieuwtjes over het land, wat je nog niet hebt gelezen. 
Rens had zich helemaal voorin gezeteld, schuin rechts van Iris. Ik vermoedde dat dit zijn vaste zitplaats zou worden de komende 9 dagen. Delfien luisterde ondertussen ook mee, net als de rest van het reisgezelschap. Na onze overnachting, zou de tweede dag in Athene zijn, al moesten we daarvoor vroeg opstaan. We waren immers al laat genoeg bij ons hotel, iets ten noorden van het City-Center van de hoofdstad. Gelukkig waren zelfs de kleinste restaurantjes nog na middernacht open, zodat we eerst geld opnamen en er daarna direct naar toe liepen. Dit was de eerste kennismaking met de Griekse manier van leven. 

Een bezoek aan het Akropolis stond deze woensdag gepland. Daarvoor moesten we om 08.00 uur voor het hotel staan. We zouden vroeg aankomen om de grootste drukte te mijden. Ik hoopte dat de eerste foto’s van het enorme bouwwerk dadelijk konden worden vastgelegd.
 
Al klimmend verscheen er een groots uitzicht over de hoofdstad, ondertussen luisterend naar de Engelssprekende gids, de eerste in de reeks die NRV had geboekt. Het was gewoon schitterend om uitgelegd te krijgen waarom dit meesterwerk was gebouwd. 
Na een half uur daalden we af naar het museum, waar we een uur later in zouden gaan. Maar eerst was een klein terrasje nodig om wat lekkere koffie te proeven. Rens is altijd wel van de terrasjes en die was hier snel gevonden. Ik bestelde bij de ober, horende dat het nog nét te vroeg was om iets op te nemen. Even later werd een koffie Americano ingeschonken in een mini-kopje. Slechts in twee slokjes was het alweer leeg, echt niet normaal! 

Het glazen bouwwerk was zo gebouwd dat je regelmatig een glimp opving van Athene. Zelfs de kelder onderin bevatte interessante voorwerpen uit de oude tijd. 
Om het NRV-vlaggetje te volgen was alleen mogelijk als je goed oplette. We volgden Iris naar het uiteinde van een winkelstraat waar onze touringcar zou voorrijden voor een korte City-tour. Pas na een half uur wachten in de prettige middagzon konden we instappen. 
Op het City-Center plattegrondje van Iris waren duidelijk drie belangrijke pleinen aangegeven. De bus stopte bij punt Synthogana-plein waar een aantal groepjes ontstonden. Mijn groepje ging een aantal straatjes verder lunchen. 


Er zijn een aantal gebouwen die bezocht moesten worden in Athene. Een daarvan was het Parlementsgebouw met zijn typische geklede wachters in uniform. Ze lopen in grote stappen over de gele vierkanten op de stoep. Een stap gaat gepaard met een geklak van de schoenen, tien seconden wachten en dan de volgende stap. Het zou 5 minuten duren voor de wachter 2 kilometer had afgelegd. Nog twee wachters bevonden zich aan de straat langs het nationale stadspark. Na dit bezienswaardige gebouw, wilden we niet meteen terug naar het hotel. Ondanks dat het avond was geworden, liepen we langs de grote Bibliotheek, de Universiteit en een ander vreemde villa. Tegen negenen liep hadden we het Seafood-restaurant bereikt in een zijstraatje. Een oude vrouw kon tijdens het eten heel mooi accordeon speelde.

Wie weleens in Delphi is geweest, kan het nazeggen. De archeologische buitenplaats wil je niet missen! De tempel waar priesteres Pythia haar gaven kon uitspreken aan de bezoekers lag hier. De gids Fikkie stond ons op te wachten, met een vriendelijke glimlach en een wijzend wijsvingertje naar boven. Behalve het binnenmuseum beklommen we ook de hoge rotswand. Beneden aangekomen was ik nog niet uitgeput, alleen degene die de hogere wanden hadden beklommen leken meer bezweet. Gelukkig wilde Iris ons niet eindeloos laten wachten op de lunch en zorgde dat de touringcar weer klaarstond. 

Toen we stopten op 200 meter van ons hotel, voelde ik een lichte verkoudheid opkomen. De weg over het benedenstraatje was zo gedaan met de koffers. 
De schuifdeuren van het hotel waren opengezet waardoor meerdere reizigers naar binnen liepen. Bij het betreden van de lager gelegen hotelkamer vielen de eerste neusdruppeltjes naar beneden. Rens ging even wat op bed lezen en Chris moest wat bagage uitpakken. Terwijl ik schreef vielen er soms druppeltjes op het schrijfpapier. Ik had gelukkig nog een reserve-pakje zakdoekjes meegenomen in de koffer. Voor vanavond konden we tot 20.45 uur een aantal heuvel straatjes verkennen in Delphi, daarna aanschuiven voor het diner. Een normale tijd voor Griekse begrippen. 



De Griekse en Europa-vlag wapperden deze ochtend bij ons opstappunt. De verkoudheid viel nog mee, al was de dag pas begonnen. De eerste bestemming waren de Meteora kloosters, gelegen in de bergen bij het stadje Kalinbaka. Behalve een spoorlijn hadden ze hier ook een marktje dat we gingen bezoeken in de felle zon. Maar niet voordat de bus een extra rondje had gemaakt en nogmaals bij de fontein stopte. Ondanks de verkoudheid, lukte het wel om langs de marktkraampjes te wandelen met voedsel en spulletjes. 
Het woordgrapje met de ober van het lunchrestaurant was herkenbaar voor hem. Het woord appelesap was voor hem heel leuk.     
De Meteora Kloosters lagen op de heuvels als je Kalinbaka uitreedt. Iris had het duidelijk gezegd, het te bezoeken klooster staat los van de omgeving. Het werd duidelijk dat het leistenen pad leidde naar de ronddraaiende trappen naar de top van het klooster. De ijzeren katrol die gebruikt werd voor het optillen van zware spullen, hing er nu verloren bij. Het kon niet anders of we mochten een tweede klooster niet overslaan. De bus reed daarvoor 4 kilometer en we daalden af over smalle wandelpaadjes en smalle trapjes. Het zou de laatste uitdaging worden van deze dag. Onderaan de trappen hield het snuiven niet op. 



Het sjieke hotel in Trikia lag aan een rechte straat en had de reputatie dat je goed op je koffer moest letten in de lobby. Anders bleef hij toch staan. Ik wilde niet de reiziger zijn die dit zou overkomen. 
Bij het binnenkomen van de hotelkamer zag ik het waterkokertje en besloot ik straks een pakje theezakjes te kopen. Mijn lichte gehoest zou ik kunnen verzachten met de thee. Na een half uur gedachteloos te hebben gelegen wilde ik alleen het hotel nog uit voor het avondeten. Het kon niet anders of ik moest nog even doorbijten om mijn avondmaal naar binnen te kauwen. Terug op de hotelkamer probeerde ik in een kartonnen bekertje te stomen voor mijn neus. Dit had geen resultaat, dus legde ik mij er maar bij neer.


Mijn Mentos-kauwgompje gleed tussen mijn tanden toen we Trikia verlieten. Voor we het volgende stadje bereikten pauzeerden we nog bij het bergdorpje Metsovo. Ik maakte gebruik om voldoende te pinnen voor een belangrijke betaling voor de reisleidster. Ze wilde het contant en wel voor we bij het volgende stadje Ioannina aankwamen. De koude koffie met slagroom op het terrasje smaakte verrassend bitter, heel apart. 


Het bootje naar eiland Nisi vaarde in een langzaam tempo, een enkeltje betalen was de enige mogelijkheid. Als je uiteindelijk weer terug wil komen is een retourtje betalen handiger, dat was hier nog niet ingevoerd. Het eilandje was niet groot en prima te bewandelen. Het visrestaurantje lag bij een grote waterbak met levend vis erin. Regelmatig ging een man erin met zijn blote arm, misschien om de temperatuur in de gaten te houden. Ik voelde mij te verkouden om iets te zeggen tijdens de lunch, evenals op de terugtocht naar het vasteland. De wallen van de kerk van Ioannina waren beslist de moeite waard, de busrit naar Nafpaktos was meer om wat in te dutten. Deze oude havenstad had een Venetiaanse haven en lag bij de Rio Aitirico brug, waar we morgen over zouden rijden. We bereikten het ruime hotel via de lange rechte straat. Na het smalle steegje dat leidde naar een goed restaurant, ging de bus schuin rechtsaf om later bij de hotelingang stil te staan. Ik wilde naar een apotheek, alleen bij het zien van Chris paracetamol bedacht ik mij. Even een uurtje liggen was verstandig. Daarna zou ik wel meelopen naar het restaurant verderop. Alleen zou ik alleen maar verdwalen. 

Toen ik in de touringcar zat voelde ik mij al minder verkouden. Behalve over de beroemde brug naar het schiereiland reden we daarna ook over een rechte weg naar Olympia. In een ander gedeelte was het schiereiland meer heuvelachtig.
Iris kon goed vertellen voor we het water zouden oversteken. Om als arbeider de brug iedere dag heen en terug over te steken was niet te doen. Het salaris was daarvoor te weinig. Daarom vaarde ze met de veerponten die wel betaalbaar waren. 

Het plaatsje waar ooit het Olympisch dorp had gelegen was nu een openlucht museum geworden. Zoals dat wel vaker gebeurd, was er naast het dorpje een overdekt museum met allerlei oudheidkundige voorwerpen. Ook veel Griekse goden stonden op een voetstuk. Maar het meest indrukwekkend, was de maquette van het Olympisch dorp, dat we straks met eigen ogen konden bekijken. Een hardloopbaan was de juiste plek om even een sprintje te trekken. Bij een buitentemperatuur van 30 graden was Willem zo sportief en kreeg als beloning een groene lauwerkrans op zijn haardos. Iedereen lachte hem toe.
De Honing-farm bezoeken was niet bij iedereen in de smaak gevallen. Om Olympia rustig te bekijken kon je ook voor kiezen. De eigenaresse van het terrein vertelde hoe haar honing bereid werd en liet nog wat ingelijste foto's aan de muur zien. Haar honing kon je zelfs op je huid smeren. Dit laatste was een leuk weetje en mocht ik ook even uitproberen. 


Het hotel mocht gerust een resort genoemd worden. Het kleine spoorlijntje oversteken en vier kilometer verder rechtsaf de rotonde oprijden. Een 25-minuten wandeling terug naar Olympia voor een restaurantje was de aanbeveling als je niet in het hotel wilde dineren. Ikzelf voelde er niet veel voor om een hele wandeling te maken en wilde liever hier eten. 
Het ruim opgezette gebouw was goed ingericht. De receptie lag hoger dan de eetzaal in de kelder. Vele liften en gangen waren de toegang tot de slaapkamers met vier verdiepingen. Ik hoefde met Chris en Rens slechts een verdieping omhoog. 


Ik had de blauwe handdoeken al zien liggen, toch gebruikte ik liever mijn eigen lichtgroene handdoek voor het zwemmen. Het openlucht zwembad was ruim opgezet met een aantal ligstoelen en douchegelegenheid. De wind had vrijspel hier midden in de natuur, wat ook een nadeel is als je verkouden bent. Na een kwartier in het water gezeten te hebben, ging ik op advies vani een vrouw naar de warme douche in mijn hotelkamer. Ik had het nog niet koud.. Chris en Rens liet ik rustig verder zwemmen. 
Een biertje vooraf aan het uitgebreide diner bleek een goede zet. De alcohol was nog niet helemaal gezakt tijdens het eten, maar ik zou er later wel goed van slapen. 

Het royale ontbijt terwijl het daglicht opkomt had ik niet eerder meegemaakt. Al het groene gras en het zachte ochtendlicht beloofden een schitterende dag. Om toch een straatje mee te nemen van Olympia hoorde erbij. Ik besloot nu goed op te letten of we naar Kestaloo zouden rijden of onderweg zouden afslaan. Dit land kende nog wel geheimen voor mij. Op een bepaalde kruising koos de chauffeur voor de richting Tripoli waar we ook over de snelweg nog een stuk meenamen. Zoals iedere dag volgde eerst een koffiestop en daarna de bezichtiging of rondleiding. Om Nafplion binnen te rijden was heel apart. Eerst een ruime doorgaande weg, toen de smallere straatjes waar een touringcar nog net kon manoeuvreren als hij wilde keren. Pas bij het haventje aan de zeebaai was dit het punt om een wandeling te maken en het oude stadje te bezichtigen. De aanbeveelde wandeling van Iris was niet helemaal verteld. Het eerste stukje tot aan het gesloten hek was het laatste uitzicht van de kleine haven. Na het hek, waarvoor je langs de stalen paal moest balanceren met een voet links en de andere voet rechts, liep het wandelpad flink omhoog. Om de burcht Palamidi te betreden was de achteringang niet de juiste manier. Het blauwe poortje was en bleef gesloten, dus omkeren was de enige mogelijkheid. 
Voordat we weer zouden vertrekken uit Nafplion hadden we de kans dit stadje al wandelend te verkennen. Niet bijzonder groot, maar de winkelstraatjes liepen vlak en het grote marktplein had genoeg restaurants. Ik besloot nog geen souvenir te kopen, de 9 dagen waren nog niet om. Ondanks dat het maandag was, waren alle winkeltjes ook al ‘s ochtends open gegaan. En bleven nog lang in de avond open. De Griekse mentaliteit en het toerisme waren hier zeker de oorzaak van. Of je daarmee ook meer omzet maakt is natuurlijk niet gezegd. 
De aankomst in het badplaatsje Tolo was haast een kennismaking uit een reisgids. De chauffeur reed op aanraden van Iris eerst door de enige winkelstraat met twee kenmerkende bochten. De chauffeur reed tenslotte netjes achteruit tot aan het luxe hotel op de berg. Bij binnenkomst zag ik achter aan al het water van het zwembad liggen. Het is heerlijk te zwemmen dat in een Grieks hotel niet mag ontbreken. 


We konden mee op een boottocht langs de verschillende eilanden. Sommige reizigers hadden een zwembroek aangetrokken, Rens daarentegen nam ook zijn snorkeluitrusting mee. Het Griekse gezin runde de boot al een tijdje en heette ons welkom aan boord. Een aantal Duitsers was ook van de partij, zij hadden ook geboekt voor de barbecue die pas later werd ontstoken. Ik wilde niet stilstaan hoe dit op dit kleine bootje zou gaan met al die wilde volgen. Om zelf te zwemmen deed ik niet aan mee, hoewel het heldere water aantrekkelijker leek dan ooit tevoren.  
De frisdrank in plastic bekertjes en blikjes bier smaakten goed bij de vleesspiesjes. 
Ruim voor zonsondergang meerde we weer aan bij Tolo, het naar boven lopen naar de winkelstraat ging makkelijker dan ik dacht. De hevige golven die we vlak voor aankomst langs de de boot deinde, was ik alweer vergeten. 

Bij het café zaten we in de eerder genoemde bocht waarvan een goed uitzicht op de speelautomaten en ronddraaiende paardjes te zien was. Juist het kijken naar al die bliepjes en lichtjes was heel mooi toen de nacht zijn intrede deed. Actieve jongeren drukten behendig op de automaat knopjes en een vrolijk kindje draaide rondjes op het paardje. 

De tweede dag in het badplaatsje hoefden we niet hier te verblijven. De twee excursies op het programma moesten worden bereikt met de touringcar. De ochtend en een gedeelte in de middag zouden we hiervoor onderweg zijn. Hoewel de helderblauwe zee haast sprankelde in het ochtendlicht en de eerste winkeltjes opengingen, besloten we naar Epidurus te rijden voor de bezichtiging van een open theaterplaats en museum. Of we door de poortjes van de eerste ingang heen mochten, was geen raadsel, maar eerder een vraag. Iris stond druk te overleggen waarom we de kaartjes met QR-code hadden ontvangen en er geen piep klonk bij het scannen. Gelukkig sprak ze goed Grieks zodat er snel gehandeld werd. De kaartjes waren voor de latere excursie bedoeld, alleen de 65-plussers hadden de kans gezien langs de controle-medewerkers te komen. 
De Engelssprekende gids sprak wel door, wat mij maar half interesseerde. Het geheugen van mijn smartphone was geheel leeg, nieuwe foto’s maken was moeilijk geworden. Dan maar proberen bestandjes te wissen. 
Ondertussen kwamen we bij het open theater met 14.000 zitplaatsen van harde rots. Vroeger namen hier duizenden Grieken plaats om de God Dionysos te eren. De pdf-bestandjes wistte ik ongezien uit mijn smartphone. Dat hielp maar nauwelijks. De koffiepauze wilde Rens natuurlijk niet overslaan, en als verslaafde koffiedrinkers kregen we maar niet genoeg van de keurige eigenaar van het café. Deze heette zijn eerste gasten welkom in het Engels.   

Bijna alle obers en eigenaars van café-restaurants hadden iets met buitenlandse talen. Dat tegenwoordig ieder volk, zijn eigen taal blijft spreken is ouderwets. Hier en daar komen er een aantal woordjes en korte zinnen naar boven. Griekenland wordt al jaren bezocht door Duitsers en Nederlanders op de terrasjes. Dus als je dan een aantal woordjes hoort in het Nederlands klinkt er een kort applausje of een grappig antwoord terug.





Op de hoge heuvel lag het enorme rijk van de Myceenüs. We beklommen het stukje van de bus naar de toegangspoortjes waar de volgende gids stond te wachten. Het linkerpaadje liep naar het museum en de toiletten, het rechterwandelpad naar het uitzichtpunt. Alleen nog meer heuvels sierde het weidse uitzicht. 
Het lunchrestaurant, dat met een enorm raam in een halve cirkel was gebouwd, vergat ik door het lekkere eten dat werd opgediend. Het bord met kippenbout erop was mijn keuze voor de lunch. 
Terug in het badplaatsje wilde ik toch even zoeken naar een extra onderbroek. Rens liep mee en pas bij het derde winkeltje koos ik een onderbroek uit een houten krat. Gelukkig zijn de Grieken een net volk en lopen ze nog mee om je de bak voor te houden. 

Als we vanavond hier ons laatste maaltje zouden nuttigen, waren alleen de scheepslichtjes nog te zien. Het lag mooi aan de zeeboulevard, schuin tegenover het café waar ik gisteren had gezeten. 
De afsluiting was in Cafe Patricia met voldoende keuze, toch kon niet iedereen de vreemde muzieknummertjes waarderen. Het was de laatste afsluiting van alle eet- en drinkgelegenheden waarvoor we allemaal keurig voor hadden betaald.

De laatste ochtend van deze 9-daagse rondreis mocht je een rustig ochtendritme hebben. Iris had twee dagen geleden nog een wandeling aanbevolen naar de berg net buiten Tolo. Of je entree moest betalen hing ervan af op welk tijdstip je bij het kantoortje kwam. Het was een stukje archeologie met bovenaan een fraai uitzicht over de strandbaai van Tolo. De Site of Asine was alleen bijzonder als je de naam zou zeggen tegen een vreemd persoon. Met een klein groepje liepen we naar de ingang en moesten we een paar Euro betalen. Het verkeerde tijdstip dus!
Om 11.00 uur in de ochtend scheen de zon in de rug, waardoor een foto geen last had van hinderlijke lichtinval. Rens baalde niet toen we op de terugweg het café voorbij liepen. Hij moest straks ook mee met de touringcar. 
De stemming zat er goed in toen we naar het smalste kanaal van Griekenland reden. Het kanaal van Korinthe was in een diepe gleuf uitgegraven wat iedereen opviel als je bovenaan op de wandelbrug stond. Dat 5 minuten te weinig waren om foto’s te maken bleek wel toen Iris de reizigers beschuldigde die niet in de bus zaten. Ach, in Nederland zijn kanalen slechts uitgegraven in drassige grond die onder zeeniveau ligt. Het grapje kon ik wel waarderen, daarvoor was het nog wel vakantie met 30 graden.
Ik nam geen risico door op de wandelbrug te blijven staan, dat voelde niet goed. Bovendien was het geheugen van smartphone nog niet leeg genoeg, wat baalde ik. 
Daarom kocht ik voor het te laat was een soort van beeldje Griekse vlag en typisch Grieks mannetje. Een souvenirtje voor thuis op de vensterbank.
Het lagergelegen deel van het kanaal was de stopplaats voor een laatste lunch met uitzicht op de ophaalbrug. Hij bleef langer dicht, In deze contreien duurde het bijna een kwartier toen het wit-blauwe bootje voorbij vaarde. 
Gek genoeg was de snelweg, niet de juiste weg, want de chauffeur koos de oude weg naar Athene. Maar toch, dat duurde slechts een kwartier. Even dacht ik de naam van het vliegveld te zien op de borden, toch bleek het een buitenwijk te zijn van de hoofdstad. Het was nog 25 kilometer naar het vertrek/aankomst platform dat je direct vanaf de snelweg bereikte. 

De late vlucht van Transavia betekende in het donker terugvliegen, met het geluk dat ik alle digitale controles van de Boardingpass had doorlopen toen ik per ongeluk het Whatsapp-icoontje had gewist. Mijn Boardingpass zat in een profiel van het Whatsapp-bericht, wat niet slim was. Gelukkig was het vliegtuig met twee minuten lopen al bereikt.
Op luchthaven Schiphol was na de koffer-teruggave de wandel naar het treinstation zo gedaan. Om in Rheden terug te komen rond half twaalf in de avond was niet te doen. Dus Chris had in Utrecht nog een slaapbank over voor mijn nodige nachtrust. Alleen Rens moest naar Arnhem reizen om door zijn vader opgehaald te worden.

zondag 24 september 2023

Vakantietrip Noord-Macedonië

In het zuiden ligt Albanië en in het oosten ligt Griekenland. Dit weetje zou mij tweemaal bijblijven tijdens de vakantieweek door het Balkan-land. Maar dat was voor later. Eerst was de landing bij Skopje, net voor 12.00 uur, met vliegtuigmaatschappij Austrian Airlines een feit. Onze Engelssprekende gids Nikolay stond ons, een groepje van 24 reizigers, in de grote aankomsthal op te wachten. Tegen ons zou hij ook zijn eigen taal, Macedoniërs kunnen spreken, wat niemand zou kunnen verstaan. We waren immers in Noord-Macedonië. Ik kon mij redelijk goed verstaanbaar maken in het Engels, wat nu wel nodig was. 

We waren inmiddels in hartje Skopje gestopt. Het Best Western Hotel waar we de eerste twee nachten zouden slapen lag op slechts 200 meter lopen van waar de touringcar stopte. De eerste instructies van Nikolay hadden we in de touringcar aangehoord. Ik was een beetje moe, ondanks dat ik thuis een aantal uren goed had geslapen. De eerste vlucht was al om 07.00 uur vertrokken naar Wenen, dus was dit wel begrijpelijk. Ondanks dat Skopje genoeg bezienswaardigheden had, zou dat in twee dagen teveel zijn. Gelukkig was dat niet de bedoeling van het reisprogramma. Dat gold ook voor de restaurants die we deze week gingen bezoeken. Er moest een keuze worden gemaakt. 

  

De eerste aanblik was van de bekende brug met vlakbij het paard met daarop de strijdende man. Verderop lagen in een doolhof van oplopende straatjes de winkeltjes en cafeetjes van de stad. In de hete middagzon van 28 graden hadden we ze snel gevonden. 

De tweede zonnige dag bezochten we de ondergrondse grot, op ongeveer een half uur varen van de aanlegsteiger. Het stukje net buiten de stad legden we met een andere touringcar af. Om bij terugkomst twee uur te ontspannen bij het restaurant met kleurrijke bloemen en mogelijkheid tot kanoën was niet te veel gevraagd. Mijn eerste echte middagmaal was een prachtig opgediende omelet, met kaas en hamplakjes. Zeer smakelijk! Ook het uitzicht was adembenemend, een glinsterend meer met daarachter oplopende heuvels. Toch moesten we om twee uur terugwandelen, een lichtbruine hond besloot de vijftien minuten mee te wandelen. Misschien hoorde hij hier wel thuis en was meelopen met vreemden zijn lichaamsbeweging. We werden afgezet in hartje Skopje en iedereen bedacht wat hij/zij zou doen tot het avondeten. Ik besloot mee te wandelen naar een terrasje om het eerste kaartspelletje Ski Bop mee te doen. Elk cijfer, van 1 tot 10, moest je in overweging nemen om uit te leggen op een ander cijfer. Zo ontstond er dan een soort van straat die bepaalde wie er zou winnen.     


Om niet te lang te blijven hangen in de hoofdstad, laden we alle koffers op dag drie weer in het bagageruim van een andere touringcar. Het tweede hotel lag in de zuidelijke stad van dit land, Ohrid. Ohrid staat bekend om zijn prachtige baai en het hooggelegen Fort Samuel met de bekende landvlag. De twee hotels die SHOESTRING had geboekt waren niet zomaar uitgekozen. In hotel Garden waren de eenpersoonskamers en 200 meter verder, in hotel Millennium, waar ik sliep, de tweepersoonskamers. 

Maar eerst stopte de touringcar in het dorpje dat stoer tegen de heuvel lag. Bijna op de top, waar de straat ophield en alleen een wandelpaadje begon, stond een echte Macedonische man ons op te wachten. Hij zou ons leiden over het terrein waar hij, geheel op zijn manier, huizen had gebouwd. Dit was gebeurd met cement uit de omgeving en in verschillende emmers waren mengsels gemaakt om muren en vloeren van te maken. Hij eindigde bij het huis op de top stond dat door een Duits echtpaar voor 70.000 Euro was gekocht.

Aankomende dagen zouden vooral in de touringcar bus en in Ohrid plaatsvinden. Dat vond ik niet erg, ik paste mij altijd makkelijk aan. De restaurants werden door Nikolay goed aanbevolen, de namen zei hij er echter niet bij. De eerste avond was de Irish Pub slechts op 300 meter lopen van mijn hotel. Niet alleen kon je hier goed bier bestellen, ook een smakelijke maaltijd. Het uitproberen waard!


De eerste ochtend in Ohrid, was de rondleiding. Voor gids Nikolay, een geboren Ohrider, een cadeautje dat hij inmiddels uit zijn hoofd had geleerd. Na tien minuten lopen langs het water begon hij te praten. We zouden langs een mooie binnenplaats gaan, een kerk op een heuvel bezoeken en eindigen bij een groot Ford. Hij vertelde over de geschiedenis van de badplaats. Na drie uur nodigde hij ons uit naar beneden te wandelen door het kleine bos. De uitzichten waren heel prachtig. Nu, om één uur in de middag, hadden we voldoende tijd voor het zoeken van een zwemplek en te genieten van de warme middagzon. 

De boot naar het klooster van Sveti Naum was een heel apart ervaring. Het varen over het grote Ohrider meer was adembenemend fris in de wind en zelfs para-vliegers waren op een hoger gelegen berg te bewonderen aan hun gele vliegers. De boottocht was slechts anderhalfuur en was slechts vijf minuten loopafstand van de Albanese grens.   

Om bovenop de heuvel te komen waar het groepje Belgen klaarstond was geen moeilijke opgave. Om 09.30 uur reed het bruine busje weg door de straten van Ohrid. De Hiking Tour begon officieel als we ons hadden aangesloten bij de Belgen. We zouden een bergwandeling lopen van ongeveer 4 uur over ruig terrein. Mijn oren klapte twee keer dicht door de enorme hoogte, echter dat hoorde erbij. Dat we ook samen met de Belgen omhoog wandelden was niet direct de bedoeling. Ze hadden wandelstokken meegenomen en liepen dus in een flinke pas omhoog. Na anderhalf uur bereikten we een groot grasland waarbij we het andere groep zouden verlaten. Eerst een stukje terug, net als een locomotief eindigend bij een kopstation, en toen linksaf dalend over ruig rotsterrein. In minder dan een uur zouden we het restaurant bereiken met een apart wc-gebouw erbij. De drie pleisters waren het risico geweest tijdens mijn beklimming op rotsachtig terrein. Het was bij wat schrammetje gebleven.  

De laatste grote plaats die het bezoeken waard was, bereikte we zaterdag rond 11.30 uur. Bitola lag op slechts vijftien kilometer afstand van de Griekse grens, toch was daar volgens Nikolay niks van te merken. De eerste stop was bij wat je een grote buitenplaats kon noemen. Het Amient City Herachen lag een aantal kilometers buiten het City Center en was bekend om zijn grote theaterplaats die vroeger gebruikt werd voor openluchtvoorstellingen.

Een uur later stond de touringcar op de grote parkeerplaats en liepen we de lange winkelstraat in. Na twee kilometer waren we hoger geklommen bij een historische kerk en moskee. Slechts een cafébezoek met een potje ijs was genoeg om te vertoeven in Bitola.  

De middaglunch was vreemd genoeg niet in de stad. Nikolay kondigde in de touringcar aan dat over een half uur de tussenstop al was. Het kwam voor mij als een leuke verrassing. Gelukkig ging de rit sneller en was de locatie slechts een kilometer verder van daar waar we uitstapten. De eigenaar van het buitenrestaurant met overnachtingcomplex was blij ons te zien. Natuurlijk hadden ze op ons gerekend en was de verrassing van een groepje kinderen in Macedonische klederdracht een warm welkom. Zelfs gids Nikolay deed ons voor hoe we het beste de stapjes voor het dansen konden zetten. Niet moeilijk, als je het onder de knie had! De man met trompet speelde daarbij een leuk begeleidend marsmuziekje. 

De laatste keer dat ik contant moest betalen was op de laatste avond, in het café/restaurant dat we al eerder hadden bezocht. Met uitzicht op het meer en het kleine podium met muziekband was het een gezellige plek. Ik wilde met zoveel mogelijk Dinars betalen voor ik morgen weer terugvloog naar Nederland. De Dinars waren dan geen wettig betaalmiddel meer. Met biertjes en het kleine glaasje groene cocktail, dat naar whisky smaakte, wilde dat zeker lukken. Dankzij het advies van mijn moeder had ik deze week niet hoeven pinnen, alleen het omwisselkantoortje in Skopje en het hotel hier in Ohrid waren voldoende geweest. Gewoon simpel nagedacht, want pinnen betekende in dit land extra transactiekosten betalen.  

De terugvluchten in omgekeerde vliegrichting, waren in die zin anders, dat ik nu wel last had van geruis in mijn oren. Een opvallend detail, want ik had het niet verwacht. Ook aan de strenge controle op de Weense luchthaven was niet te ontkomen. Eerst de paspoortscan, daarna de spulletjes in de grijze bak leggen. Je ontkomt niet aan de strenge Oostenrijkse veiligheidscontrole! Om uiteindelijk veilig te landen op Schiphol Airport was toch wel een zegen. We waren net voor de schemering op Nederlandse bodem aangekomen. Alleen een treinreis van een aantal uren restte nog tot ik thuis zou komen.   

Een weekend op on-Nederlands grondgebied

Dag 1 Ik kan mij niet herinneren met mijn ouders en zussen in Zuid-Limburg op vakantie te zijn geweest. Wel met mijn schoolvrienden Rens en ...