Om naar Griekenland te gaan voor een vakantie nam ik meer mee dan alleen zomerkleding en zonnebrandcrème. Het pastte allemaal mooi in mijn nieuwe lichtgroene reiskoffer. Ik had deze Griekenland-reis niet geboekt om voor twee dagen weg te zijn. Het bezoek aan hoofdstad Athene wilde ik echt niet missen, bovendien dat ik het bijkomende schiereiland Peloponnesos toch ook wilde zien. Mijn twee vrienden Chris en Rens vergezelden mij ook, Chris had voor ons alle drie geboekt. Pas op de Atheense luchthaven zouden we de andere reizigers van de groep ontmoeten. Al zou een toevallig gesprek in het vliegtuig van Transavia ook al mogelijk zijn.
Maar eerst zou ik mijn vrienden ontmoeten op het treinstation van luchthaven Schiphol. Het groette elkaar op het perron, waar we een kwartier te laat aan waren gekomen met de Intercity-trein. De koffer van Chris was meer een oud-type, een degelijke draaghendel en robuust van vorm. Rens en ik hadden een moderne en gemakkelijke rolkoffer.
Voordat we het vliegtuig betraden hadden we genoeg tijd om op het uitkijkplatform te staan bij de vliegtuighangar van KLM. Twee jonge studentes vielen ons lastig met onnozele vragen, die eigenlijk pas na onze cultuurreis bedoeld waren.
Bij het binnenstappen van het Transavia-vliegtuig waren de lichtgroene stoelen en Exitbordjes op het plafond heel opvallend. Een nieuwe look in deze Airbus. Mijn wens om bij het gangpad te zitten en niet bij het raam werd ingewilligd door een behulpzame steward.
De avondzon was gevallen toen we landden op de Atheense luchthaven. Het avondeten overgeslagen, moesten we eerst de koffers ophalen, ongeveer tien minuten lopen en rollen over de loopbanden. Gezien de wachttijd voor het reisgezelschap en het vertrek bij reisleidster Iris, reden we om half tien de snelweg op. Ik was ondertussen gaan zitten naast Delfien, een Belgische vrouw die graag over zichzelf vertelde.De reisleidster was geboren in Nederland en woonde met haar moeder al een aantal jaren in Griekenland. Ze was in de voetsporen van haar moeder getreden, en leidde grote groepen door dit vakantieland. Voor nuttige informatie en bij kleine problemen konden we haar aanspreken. Dat eerste was ze al mee begonnen.
De weg naar ons hotel duurde wel even en zou alleen komende nacht ons logeeradres zijn.
Als een ervaren gids sprak Iris ons op een prettige toon toe wat ons komende week te wachten stond. Ik ben altijd benieuwd naar nieuwtjes over het land, wat je nog niet hebt gelezen.
Rens had zich helemaal voorin gezeteld, schuin rechts van Iris. Ik vermoedde dat dit zijn vaste zitplaats zou worden de komende 9 dagen. Delfien luisterde ondertussen ook mee, net als de rest van het reisgezelschap. Na onze overnachting, zou de tweede dag in Athene zijn, al moesten we daarvoor vroeg opstaan. We waren immers al laat genoeg bij ons hotel, iets ten noorden van het City-Center van de hoofdstad. Gelukkig waren zelfs de kleinste restaurantjes nog na middernacht open, zodat we eerst geld opnamen en er daarna direct naar toe liepen. Dit was de eerste kennismaking met de Griekse manier van leven.
Een bezoek aan het Akropolis stond deze woensdag gepland. Daarvoor moesten we om 08.00 uur voor het hotel staan. We zouden vroeg aankomen om de grootste drukte te mijden. Ik hoopte dat de eerste foto’s van het enorme bouwwerk dadelijk konden worden vastgelegd.
Al klimmend verscheen er een groots uitzicht over de hoofdstad, ondertussen luisterend naar de Engelssprekende gids, de eerste in de reeks die NRV had geboekt. Het was gewoon schitterend om uitgelegd te krijgen waarom dit meesterwerk was gebouwd.
Na een half uur daalden we af naar het museum, waar we een uur later in zouden gaan. Maar eerst was een klein terrasje nodig om wat lekkere koffie te proeven. Rens is altijd wel van de terrasjes en die was hier snel gevonden. Ik bestelde bij de ober, horende dat het nog nét te vroeg was om iets op te nemen. Even later werd een koffie Americano ingeschonken in een mini-kopje. Slechts in twee slokjes was het alweer leeg, echt niet normaal!
Het glazen bouwwerk was zo gebouwd dat je regelmatig een glimp opving van Athene. Zelfs de kelder onderin bevatte interessante voorwerpen uit de oude tijd.
Om het NRV-vlaggetje te volgen was alleen mogelijk als je goed oplette. We volgden Iris naar het uiteinde van een winkelstraat waar onze touringcar zou voorrijden voor een korte City-tour. Pas na een half uur wachten in de prettige middagzon konden we instappen.
Op het City-Center plattegrondje van Iris waren duidelijk drie belangrijke pleinen aangegeven. De bus stopte bij punt Synthogana-plein waar een aantal groepjes ontstonden. Mijn groepje ging een aantal straatjes verder lunchen.
Er zijn een aantal gebouwen die bezocht moesten worden in Athene. Een daarvan was het Parlementsgebouw met zijn typische geklede wachters in uniform. Ze lopen in grote stappen over de gele vierkanten op de stoep. Een stap gaat gepaard met een geklak van de schoenen, tien seconden wachten en dan de volgende stap. Het zou 5 minuten duren voor de wachter 2 kilometer had afgelegd. Nog twee wachters bevonden zich aan de straat langs het nationale stadspark. Na dit bezienswaardige gebouw, wilden we niet meteen terug naar het hotel. Ondanks dat het avond was geworden, liepen we langs de grote Bibliotheek, de Universiteit en een ander vreemde villa. Tegen negenen liep hadden we het Seafood-restaurant bereikt in een zijstraatje. Een oude vrouw kon tijdens het eten heel mooi accordeon speelde.
Na een half uur daalden we af naar het museum, waar we een uur later in zouden gaan. Maar eerst was een klein terrasje nodig om wat lekkere koffie te proeven. Rens is altijd wel van de terrasjes en die was hier snel gevonden. Ik bestelde bij de ober, horende dat het nog nét te vroeg was om iets op te nemen. Even later werd een koffie Americano ingeschonken in een mini-kopje. Slechts in twee slokjes was het alweer leeg, echt niet normaal!
Het glazen bouwwerk was zo gebouwd dat je regelmatig een glimp opving van Athene. Zelfs de kelder onderin bevatte interessante voorwerpen uit de oude tijd.
Om het NRV-vlaggetje te volgen was alleen mogelijk als je goed oplette. We volgden Iris naar het uiteinde van een winkelstraat waar onze touringcar zou voorrijden voor een korte City-tour. Pas na een half uur wachten in de prettige middagzon konden we instappen.
Op het City-Center plattegrondje van Iris waren duidelijk drie belangrijke pleinen aangegeven. De bus stopte bij punt Synthogana-plein waar een aantal groepjes ontstonden. Mijn groepje ging een aantal straatjes verder lunchen.
Er zijn een aantal gebouwen die bezocht moesten worden in Athene. Een daarvan was het Parlementsgebouw met zijn typische geklede wachters in uniform. Ze lopen in grote stappen over de gele vierkanten op de stoep. Een stap gaat gepaard met een geklak van de schoenen, tien seconden wachten en dan de volgende stap. Het zou 5 minuten duren voor de wachter 2 kilometer had afgelegd. Nog twee wachters bevonden zich aan de straat langs het nationale stadspark. Na dit bezienswaardige gebouw, wilden we niet meteen terug naar het hotel. Ondanks dat het avond was geworden, liepen we langs de grote Bibliotheek, de Universiteit en een ander vreemde villa. Tegen negenen liep hadden we het Seafood-restaurant bereikt in een zijstraatje. Een oude vrouw kon tijdens het eten heel mooi accordeon speelde.
Wie weleens in Delphi is geweest, kan het nazeggen. De archeologische buitenplaats wil je niet missen! De tempel waar priesteres Pythia haar gaven kon uitspreken aan de bezoekers lag hier. De gids Fikkie stond ons op te wachten, met een vriendelijke glimlach en een wijzend wijsvingertje naar boven. Behalve het binnenmuseum beklommen we ook de hoge rotswand. Beneden aangekomen was ik nog niet uitgeput, alleen degene die de hogere wanden hadden beklommen leken meer bezweet. Gelukkig wilde Iris ons niet eindeloos laten wachten op de lunch en zorgde dat de touringcar weer klaarstond.
Toen we stopten op 200 meter van ons hotel, voelde ik een lichte verkoudheid opkomen. De weg over het benedenstraatje was zo gedaan met de koffers.
De schuifdeuren van het hotel waren opengezet waardoor meerdere reizigers naar binnen liepen. Bij het betreden van de lager gelegen hotelkamer vielen de eerste neusdruppeltjes naar beneden. Rens ging even wat op bed lezen en Chris moest wat bagage uitpakken. Terwijl ik schreef vielen er soms druppeltjes op het schrijfpapier. Ik had gelukkig nog een reserve-pakje zakdoekjes meegenomen in de koffer. Voor vanavond konden we tot 20.45 uur een aantal heuvel straatjes verkennen in Delphi, daarna aanschuiven voor het diner. Een normale tijd voor Griekse begrippen.
De Griekse en Europa-vlag wapperden deze ochtend bij ons opstappunt. De verkoudheid viel nog mee, al was de dag pas begonnen. De eerste bestemming waren de Meteora kloosters, gelegen in de bergen bij het stadje Kalinbaka. Behalve een spoorlijn hadden ze hier ook een marktje dat we gingen bezoeken in de felle zon. Maar niet voordat de bus een extra rondje had gemaakt en nogmaals bij de fontein stopte. Ondanks de verkoudheid, lukte het wel om langs de marktkraampjes te wandelen met voedsel en spulletjes.
Het woordgrapje met de ober van het lunchrestaurant was herkenbaar voor hem. Het woord appelesap was voor hem heel leuk. De Meteora Kloosters lagen op de heuvels als je Kalinbaka uitreedt. Iris had het duidelijk gezegd, het te bezoeken klooster staat los van de omgeving. Het werd duidelijk dat het leistenen pad leidde naar de ronddraaiende trappen naar de top van het klooster. De ijzeren katrol die gebruikt werd voor het optillen van zware spullen, hing er nu verloren bij. Het kon niet anders of we mochten een tweede klooster niet overslaan. De bus reed daarvoor 4 kilometer en we daalden af over smalle wandelpaadjes en smalle trapjes. Het zou de laatste uitdaging worden van deze dag. Onderaan de trappen hield het snuiven niet op.
Het sjieke hotel in Trikia lag aan een rechte straat en had de reputatie dat je goed op je koffer moest letten in de lobby. Anders bleef hij toch staan. Ik wilde niet de reiziger zijn die dit zou overkomen.
Bij het binnenkomen van de hotelkamer zag ik het waterkokertje en besloot ik straks een pakje theezakjes te kopen. Mijn lichte gehoest zou ik kunnen verzachten met de thee. Na een half uur gedachteloos te hebben gelegen wilde ik alleen het hotel nog uit voor het avondeten. Het kon niet anders of ik moest nog even doorbijten om mijn avondmaal naar binnen te kauwen. Terug op de hotelkamer probeerde ik in een kartonnen bekertje te stomen voor mijn neus. Dit had geen resultaat, dus legde ik mij er maar bij neer.
Mijn Mentos-kauwgompje gleed tussen mijn tanden toen we Trikia verlieten. Voor we het volgende stadje bereikten pauzeerden we nog bij het bergdorpje Metsovo. Ik maakte gebruik om voldoende te pinnen voor een belangrijke betaling voor de reisleidster. Ze wilde het contant en wel voor we bij het volgende stadje Ioannina aankwamen. De koude koffie met slagroom op het terrasje smaakte verrassend bitter, heel apart. 
Het bootje naar eiland Nisi vaarde in een langzaam tempo, een enkeltje betalen was de enige mogelijkheid. Als je uiteindelijk weer terug wil komen is een retourtje betalen handiger, dat was hier nog niet ingevoerd. Het eilandje was niet groot en prima te bewandelen. Het visrestaurantje lag bij een grote waterbak met levend vis erin. Regelmatig ging een man erin met zijn blote arm, misschien om de temperatuur in de gaten te houden. Ik voelde mij te verkouden om iets te zeggen tijdens de lunch, evenals op de terugtocht naar het vasteland. De wallen van de kerk van Ioannina waren beslist de moeite waard, de busrit naar Nafpaktos was meer om wat in te dutten. Deze oude havenstad had een Venetiaanse haven en lag bij de Rio Aitirico brug, waar we morgen over zouden rijden. We bereikten het ruime hotel via de lange rechte straat. Na het smalle steegje dat leidde naar een goed restaurant, ging de bus schuin rechtsaf om later bij de hotelingang stil te staan. Ik wilde naar een apotheek, alleen bij het zien van Chris paracetamol bedacht ik mij. Even een uurtje liggen was verstandig. Daarna zou ik wel meelopen naar het restaurant verderop. Alleen zou ik alleen maar verdwalen.
Toen ik in de touringcar zat voelde ik mij al minder verkouden. Behalve over de beroemde brug naar het schiereiland reden we daarna ook over een rechte weg naar Olympia. In een ander gedeelte was het schiereiland meer heuvelachtig.
Iris kon goed vertellen voor we het water zouden oversteken. Om als arbeider de brug iedere dag heen en terug over te steken was niet te doen. Het salaris was daarvoor te weinig. Daarom vaarde ze met de veerponten die wel betaalbaar waren.
Het plaatsje waar ooit het Olympisch dorp had gelegen was nu een openlucht museum geworden. Zoals dat wel vaker gebeurd, was er naast het dorpje een overdekt museum met allerlei oudheidkundige voorwerpen. Ook veel Griekse goden stonden op een voetstuk. Maar het meest indrukwekkend, was de maquette van het Olympisch dorp, dat we straks met eigen ogen konden bekijken. Een hardloopbaan was de juiste plek om even een sprintje te trekken. Bij een buitentemperatuur van 30 graden was Willem zo sportief en kreeg als beloning een groene lauwerkrans op zijn haardos. Iedereen lachte hem toe.
De Honing-farm bezoeken was niet bij iedereen in de smaak gevallen. Om Olympia rustig te bekijken kon je ook voor kiezen. De eigenaresse van het terrein vertelde hoe haar honing bereid werd en liet nog wat ingelijste foto's aan de muur zien. Haar honing kon je zelfs op je huid smeren. Dit laatste was een leuk weetje en mocht ik ook even uitproberen.
Het hotel mocht gerust een resort genoemd worden. Het kleine spoorlijntje oversteken en vier kilometer verder rechtsaf de rotonde oprijden. Een 25-minuten wandeling terug naar Olympia voor een restaurantje was de aanbeveling als je niet in het hotel wilde dineren. Ikzelf voelde er niet veel voor om een hele wandeling te maken en wilde liever hier eten. Het ruim opgezette gebouw was goed ingericht. De receptie lag hoger dan de eetzaal in de kelder. Vele liften en gangen waren de toegang tot de slaapkamers met vier verdiepingen. Ik hoefde met Chris en Rens slechts een verdieping omhoog.

Ik had de blauwe handdoeken al zien liggen, toch gebruikte ik liever mijn eigen lichtgroene handdoek voor het zwemmen. Het openlucht zwembad was ruim opgezet met een aantal ligstoelen en douchegelegenheid. De wind had vrijspel hier midden in de natuur, wat ook een nadeel is als je verkouden bent. Na een kwartier in het water gezeten te hebben, ging ik op advies vani een vrouw naar de warme douche in mijn hotelkamer. Ik had het nog niet koud.. Chris en Rens liet ik rustig verder zwemmen.
Een biertje vooraf aan het uitgebreide diner bleek een goede zet. De alcohol was nog niet helemaal gezakt tijdens het eten, maar ik zou er later wel goed van slapen.
Het royale ontbijt terwijl het daglicht opkomt had ik niet eerder meegemaakt. Al het groene gras en het zachte ochtendlicht beloofden een schitterende dag. Om toch een straatje mee te nemen van Olympia hoorde erbij. Ik besloot nu goed op te letten of we naar Kestaloo zouden rijden of onderweg zouden afslaan. Dit land kende nog wel geheimen voor mij. Op een bepaalde kruising koos de chauffeur voor de richting Tripoli waar we ook over de snelweg nog een stuk meenamen. Zoals iedere dag volgde eerst een koffiestop en daarna de bezichtiging of rondleiding. Om Nafplion binnen te rijden was heel apart. Eerst een ruime doorgaande weg, toen de smallere straatjes waar een touringcar nog net kon manoeuvreren als hij wilde keren. Pas bij het haventje aan de zeebaai was dit het punt om een wandeling te maken en het oude stadje te bezichtigen. De aanbeveelde wandeling van Iris was niet helemaal verteld. Het eerste stukje tot aan het gesloten hek was het laatste uitzicht van de kleine haven. Na het hek, waarvoor je langs de stalen paal moest balanceren met een voet links en de andere voet rechts, liep het wandelpad flink omhoog. Om de burcht Palamidi te betreden was de achteringang niet de juiste manier. Het blauwe poortje was en bleef gesloten, dus omkeren was de enige mogelijkheid.
Voordat we weer zouden vertrekken uit Nafplion hadden we de kans dit stadje al wandelend te verkennen. Niet bijzonder groot, maar de winkelstraatjes liepen vlak en het grote marktplein had genoeg restaurants. Ik besloot nog geen souvenir te kopen, de 9 dagen waren nog niet om. Ondanks dat het maandag was, waren alle winkeltjes ook al ‘s ochtends open gegaan. En bleven nog lang in de avond open. De Griekse mentaliteit en het toerisme waren hier zeker de oorzaak van. Of je daarmee ook meer omzet maakt is natuurlijk niet gezegd.
De aankomst in het badplaatsje Tolo was haast een kennismaking uit een reisgids. De chauffeur reed op aanraden van Iris eerst door de enige winkelstraat met twee kenmerkende bochten. De chauffeur reed tenslotte netjes achteruit tot aan het luxe hotel op de berg. Bij binnenkomst zag ik achter aan al het water van het zwembad liggen. Het is heerlijk te zwemmen dat in een Grieks hotel niet mag ontbreken.
We konden mee op een boottocht langs de verschillende eilanden. Sommige reizigers hadden een zwembroek aangetrokken, Rens daarentegen nam ook zijn snorkeluitrusting mee. Het Griekse gezin runde de boot al een tijdje en heette ons welkom aan boord. Een aantal Duitsers was ook van de partij, zij hadden ook geboekt voor de barbecue die pas later werd ontstoken. Ik wilde niet stilstaan hoe dit op dit kleine bootje zou gaan met al die wilde volgen. Om zelf te zwemmen deed ik niet aan mee, hoewel het heldere water aantrekkelijker leek dan ooit tevoren. De frisdrank in plastic bekertjes en blikjes bier smaakten goed bij de vleesspiesjes.
Ruim voor zonsondergang meerde we weer aan bij Tolo, het naar boven lopen naar de winkelstraat ging makkelijker dan ik dacht. De hevige golven die we vlak voor aankomst langs de de boot deinde, was ik alweer vergeten.
Ruim voor zonsondergang meerde we weer aan bij Tolo, het naar boven lopen naar de winkelstraat ging makkelijker dan ik dacht. De hevige golven die we vlak voor aankomst langs de de boot deinde, was ik alweer vergeten.

Bij het café zaten we in de eerder genoemde bocht waarvan een goed uitzicht op de speelautomaten en ronddraaiende paardjes te zien was. Juist het kijken naar al die bliepjes en lichtjes was heel mooi toen de nacht zijn intrede deed. Actieve jongeren drukten behendig op de automaat knopjes en een vrolijk kindje draaide rondjes op het paardje.
De tweede dag in het badplaatsje hoefden we niet hier te verblijven. De twee excursies op het programma moesten worden bereikt met de touringcar. De ochtend en een gedeelte in de middag zouden we hiervoor onderweg zijn. Hoewel de helderblauwe zee haast sprankelde in het ochtendlicht en de eerste winkeltjes opengingen, besloten we naar Epidurus te rijden voor de bezichtiging van een open theaterplaats en museum. Of we door de poortjes van de eerste ingang heen mochten, was geen raadsel, maar eerder een vraag. Iris stond druk te overleggen waarom we de kaartjes met QR-code hadden ontvangen en er geen piep klonk bij het scannen. Gelukkig sprak ze goed Grieks zodat er snel gehandeld werd. De kaartjes waren voor de latere excursie bedoeld, alleen de 65-plussers hadden de kans gezien langs de controle-medewerkers te komen.
De Engelssprekende gids sprak wel door, wat mij maar half interesseerde. Het geheugen van mijn smartphone was geheel leeg, nieuwe foto’s maken was moeilijk geworden. Dan maar proberen bestandjes te wissen.
Ondertussen kwamen we bij het open theater met 14.000 zitplaatsen van harde rots. Vroeger namen hier duizenden Grieken plaats om de God Dionysos te eren. De pdf-bestandjes wistte ik ongezien uit mijn smartphone. Dat hielp maar nauwelijks. De koffiepauze wilde Rens natuurlijk niet overslaan, en als verslaafde koffiedrinkers kregen we maar niet genoeg van de keurige eigenaar van het café. Deze heette zijn eerste gasten welkom in het Engels.
Bijna alle obers en eigenaars van café-restaurants hadden iets met buitenlandse talen. Dat tegenwoordig ieder volk, zijn eigen taal blijft spreken is ouderwets. Hier en daar komen er een aantal woordjes en korte zinnen naar boven. Griekenland wordt al jaren bezocht door Duitsers en Nederlanders op de terrasjes. Dus als je dan een aantal woordjes hoort in het Nederlands klinkt er een kort applausje of een grappig antwoord terug.
Op de hoge heuvel lag het enorme rijk van de Myceenüs. We beklommen het stukje van de bus naar de toegangspoortjes waar de volgende gids stond te wachten. Het linkerpaadje liep naar het museum en de toiletten, het rechterwandelpad naar het uitzichtpunt. Alleen nog meer heuvels sierde het weidse uitzicht.
Het lunchrestaurant, dat met een enorm raam in een halve cirkel was gebouwd, vergat ik door het lekkere eten dat werd opgediend. Het bord met kippenbout erop was mijn keuze voor de lunch.
Terug in het badplaatsje wilde ik toch even zoeken naar een extra onderbroek. Rens liep mee en pas bij het derde winkeltje koos ik een onderbroek uit een houten krat. Gelukkig zijn de Grieken een net volk en lopen ze nog mee om je de bak voor te houden.
Terug in het badplaatsje wilde ik toch even zoeken naar een extra onderbroek. Rens liep mee en pas bij het derde winkeltje koos ik een onderbroek uit een houten krat. Gelukkig zijn de Grieken een net volk en lopen ze nog mee om je de bak voor te houden.
Als we vanavond hier ons laatste maaltje zouden nuttigen, waren alleen de scheepslichtjes nog te zien. Het lag mooi aan de zeeboulevard, schuin tegenover het café waar ik gisteren had gezeten. De afsluiting was in Cafe Patricia met voldoende keuze, toch kon niet iedereen de vreemde muzieknummertjes waarderen. Het was de laatste afsluiting van alle eet- en drinkgelegenheden waarvoor we allemaal keurig voor hadden betaald.
De laatste ochtend van deze 9-daagse rondreis mocht je een rustig ochtendritme hebben. Iris had twee dagen geleden nog een wandeling aanbevolen naar de berg net buiten Tolo. Of je entree moest betalen hing ervan af op welk tijdstip je bij het kantoortje kwam. Het was een stukje archeologie met bovenaan een fraai uitzicht over de strandbaai van Tolo. De Site of Asine was alleen bijzonder als je de naam zou zeggen tegen een vreemd persoon. Met een klein groepje liepen we naar de ingang en moesten we een paar Euro betalen. Het verkeerde tijdstip dus!
Om 11.00 uur in de ochtend scheen de zon in de rug, waardoor een foto geen last had van hinderlijke lichtinval. Rens baalde niet toen we op de terugweg het café voorbij liepen. Hij moest straks ook mee met de touringcar.
De stemming zat er goed in toen we naar het smalste kanaal van Griekenland reden. Het kanaal van Korinthe was in een diepe gleuf uitgegraven wat iedereen opviel als je bovenaan op de wandelbrug stond. Dat 5 minuten te weinig waren om foto’s te maken bleek wel toen Iris de reizigers beschuldigde die niet in de bus zaten. Ach, in Nederland zijn kanalen slechts uitgegraven in drassige grond die onder zeeniveau ligt. Het grapje kon ik wel waarderen, daarvoor was het nog wel vakantie met 30 graden.
Ik nam geen risico door op de wandelbrug te blijven staan, dat voelde niet goed. Bovendien was het geheugen van smartphone nog niet leeg genoeg, wat baalde ik.
Daarom kocht ik voor het te laat was een soort van beeldje Griekse vlag en typisch Grieks mannetje. Een souvenirtje voor thuis op de vensterbank.
Het lagergelegen deel van het kanaal was de stopplaats voor een laatste lunch met uitzicht op de ophaalbrug. Hij bleef langer dicht, In deze contreien duurde het bijna een kwartier toen het wit-blauwe bootje voorbij vaarde.
Gek genoeg was de snelweg, niet de juiste weg, want de chauffeur koos de oude weg naar Athene. Maar toch, dat duurde slechts een kwartier. Even dacht ik de naam van het vliegveld te zien op de borden, toch bleek het een buitenwijk te zijn van de hoofdstad. Het was nog 25 kilometer naar het vertrek/aankomst platform dat je direct vanaf de snelweg bereikte.
De late vlucht van Transavia betekende in het donker terugvliegen, met het geluk dat ik alle digitale controles van de Boardingpass had doorlopen toen ik per ongeluk het Whatsapp-icoontje had gewist. Mijn Boardingpass zat in een profiel van het Whatsapp-bericht, wat niet slim was. Gelukkig was het vliegtuig met twee minuten lopen al bereikt.
Op luchthaven Schiphol was na de koffer-teruggave de wandel naar het treinstation zo gedaan. Om in Rheden terug te komen rond half twaalf in de avond was niet te doen. Dus Chris had in Utrecht nog een slaapbank over voor mijn nodige nachtrust. Alleen Rens moest naar Arnhem reizen om door zijn vader opgehaald te worden.


